‘Kijk, ik heb vanavond twee vrienden meegenomen’, zegt onze vaste gast uit Ermelo na afloop van het concert van Willeke Smits in de Sint-Joriskerk van Amersfoort. Hij bezoekt al een aantal jaren regelmatig de orgelconcerten in de Joriskerk. Bijna altijd komt hij alleen, maar deze keer dus niet. ‘Deze vriend’, wijst hij, ‘gaat vaker naar orgelconcerten. Maar deze meneer’, en hij kijkt zijn tweede metgezel vrolijk aan, ‘bezoekt vanavond voor het eerst van zijn leven een orgelconcert.’

De toegesproken persoon, een vriendelijke man – moeilijk te schatten leeftijd. Begin zestig, schat ik – glimlacht vriendelijk terug. Aan zijn gedrag te zien heeft hij het naar zijn zin gehad, misschien niet alleen vanwege het concert, maar ook vanwege het vriendschappelijke uitje.

De Ermelose stamgast, zelf beroepsmusicus vond het een mooi concert. ‘Ik heb altijd een beetje een hekel gehad aan het ‘Vater Unser’ van Böhm. Maar zoals Willeke Smits het vanavond speelde, raakte het me opeens heel erg. Het kwam binnen.’ Hoe zijn vriend de inwijding in de wereld van orgelconcerten heeft ervaren, kom ik helaas niet te weten. ‘Wij gaan alvast naar de kroeg, we zien je zo’, zeggen ze tegen hun spraakzame vriend.

Willeke Smits begon haar concert op het koororgel met muziek van Sweelinck. Maar eerst gaf ze de ruim vijftig bezoekers  vanuit het koor nog een boeiende toelichting op de muziek die ze zou gaan spelen. Bijvoorbeeld over de verschillende soorten echo-technieken bij Sweelinck. Ze sluit de bespeling van het koororgel af met de Sonatina van Distler.

Ook op het hoofdorgel speelt Smits vervolgens werken uit Renaissance en Barok, muziek die het Naberorgel uit 1844 eigenlijk heel goed past. Steigleders muziek lijkt enigszins op die van Sweelinck. Daarna Böhms ‘Onze Vader’ en afsluitend een blokje Bach. En daar raakt de Leidse organiste helemaal in haar element. De kerk glanst bij Praeludium en Fuga e BWV 548, waarbij ze tussen beide delen als rustpunt Wenn wir in höchsten Nöten sein BWV 641 speelt. Is de luisterervaring (en dus ook het spel) anders als een vrouw het orgel bespeelt? Mag je die vraag aan een vrouwelijke organiste stellen in deze tijd van gelijkheid, nivellering en strijd tegen seksisme?

Orgelconcerten zijn toch vooral een mannending, wat bezoekers en spelers betreft. In de Culturele Commissie van de Sint-Joriskerk – de club die de concerten in de Joriskerk organiseert – zit geen enkele vrouw. Van de orgelconcertbezoekers in Amersfoort is doorgaans ongeveer tien procent vrouw. Dat was bij het concert van Willeke Smits niet anders.

Een van de vrouwelijke bezoekers van vanavond is trouwens bijna het hele concert met haar mobiele telefoon in de weer geweest. Da’s niet erg hoor, eerder luxueus – met voor tien euro orgelmuziek op de achtergrond.

Willeke Smits krijgt na afloop van het concert een lang en dankbaar applaus, waarin ze enthousiast haar registranten Harrie den Hertog en Gertine Hoefnagel betrekt. Daarna praat ze nog lang enthousiast na met de bezoekers. Ze maakt nog kort een babbel in de koffiehoek, want ook haar secondanten willen nog naar de kroeg. ‘Ja’, zegt ze, als ik toch mijn vraag stel – en ze vindt het helemaal geen gekke vraag. ‘Ik denk dat het inderdaad uitmaakt of een vrouw speelt of een man. Daar denk ik best vaak over na. Vrouwen hebben volgens mij zeker een ander soort sensitiviteit dan mannen.’

[PETER SNEEP]